Koorpracticum II
Hoe kom je als dirigent tot een eigen interpretatie, wat kun je lezen in de partituur? Natuurlijk, je werkt aan technische onderwerpen als frasevorming, intonatie en balans en dan? Welke mogelijkheden zijn er om tot een tot een persoonlijk verhaal te komen, wat kun je je daarbij permitteren en hoe verken je dat? Hoe werkt dat voor je in verschillende muzikale stijlen, verschillende talen, verschillende typen teksten? En: hoeveel ruimte en initiatief laat je aan je koorzangers?
In het Koorpracticum staan interpretatie, tekstexpressie en klankkleur centraal; repetitietechniek komt zijdelings aan bod, slagtechniek in principe niet.
Voor wie?
Het koorpracticum is bedoeld voor professionele dirigenten die meer persoonlijke kleur willen geven aan repetities en uitvoeringen, hun palet aan expressiemiddelen willen uitbreiden en hun koorzangers daarin een actieve rol willen laten nemen.
Werkwijze en feedback
Als deelnemende dirigent organiseer ook je je eigen feedback door twee koorzangers mee te nemen. Koorzangers (je neemt één mannelijke en één vrouwelijke zanger mee) met wie je tijdens en tussen de twee practicumdagen (en na afloop van het hele practicum) je ervaringen op een zinvolle wijze kunt uitwisselen. Je koorzangers zijn je secondanten, je supporters en je observatoren; je zet ze in om tijdens het practicum nog meer en andere waarnemingen te kunnen doen en om met ze te kunnen sparren over je ideeën.
Het practicum bestaat uit twee lesdagen met daartussen twee weken; die twee weken bieden de gelegenheid om je ervaring van de eerste dag te laten bezinken, erover te reflecteren en sparren met je koorzangers om daarmee een volgende stap te kunnen zetten op de tweede practicumdag. Om dat proces zo rijk mogelijk te laten zijn, is het de bedoeling dat je voor beide dagen dezelfde koorzangers meeneemt.
Docent
Maria van Nieukerken heeft een rijke muzikale koorpraktijk en -ervaring waaruit zij kan putten zowel als musicus en als docent bij conservatoria en cursussen in binnen- en buitenland.
Repertoire
Ton de Leeuw – missa brevis
Ola Gjeilo – Northern lights
Johannes Brahms – O Heiland reiss die Himmel auf
Schema
Het practicum gaat er ongeveer zo uitzien:
Dag 1
10.00-11.00 introductie en bespreking van stijlkenmerken van repertoirestukken
11.00-12.30 individuele beurten
12.30-13.15 pauze
13.15-14.00 hoe tekstexpressie, klankkleur en beweging inzetten als expressiemiddel?
14.00-15.30 individuele beurten
15.30-16.00 pauze
16.00-17.00 wrap-up, conclusies en ‘opdrachten’
Dag 2
10.00-11.30 zingen repertoire met aandacht voor technische aspecten
11.30-12.30 reflecties n.a.v. eerste practicumdag en opdrachten
12.30-13.00 pauze
13.30-16.00 individuele beurten
16.00-17.00 wrap-up / eventueel met presentatie
Samenstelling koor
Om te kunnen experimenteren met expressiemiddelen is een flexibele groep van goede zangers nodig. Je zingt als dirigent ook zelf mee en de twee zangers die je daarnaast meeneemt kunnen zangers zijn uit je koren maar ook uit je bredere netwerk van collega’s of bekenden.
Als je als deelnemend dirigent tenor bent, neem je als mannelijke meezinger een bas mee; de vrouwelijke meezinger kan alt of sopraan zijn. Op deze manier krijgen we hopelijk een goede stemverdeling. Er is plaats voor maximaal 8 dirigenten, het ensemble is dan dus 24 zangers.
Praktische informatie
Data | zaterdag 22 maart en 5 april |
Tijd | 10.00-17.00 |
Locatie | Utrecht, Domplein 4 |
Docenten | Maria van Nieukerken |
Prijs | € 175 (studenten: € 125) |
Belangrijk: vermeld op je inschrijfformulier in het vakje “motivatie/ambitie”naam, stemsoort en mailadres van de twee koorzangers die je meeneemt!